De meeste katten verzorgen zelf hun nagels voldoende door te krabben aan bomen of krabpalen. Toch is het verstandig om de nagels van je kat regelmatig te controleren. Niet alleen omdat de kat er dan aan went dat je aan zijn pootjes en nagels zit, maar ook omdat de “duimnagel”, de nagel die aan de zijkant van het pootje zit, lang niet altijd mee slijt tijdens het krabben.

Ook niet alle katten krabben voldoende om de nagels goed in model te houden. Zeker bij oudere katten is dat nogal eens het geval. De nagels groeien dan rond en kunnen daardoor in het voetzooltje groeien. Dat is zeer pijnlijk.

Je kunt de nagels van je kat zelf knippen. Gebruik daarvoor een speciaal nagelschaartje. Het is handig om het met zijn tweeën te doen. De een houdt de kat zachtjes vast en stelt hem gerust en de ander knipt. Je pakt met één hand het pootje en drukt zachtjes op de kussentjes onder het pootje zodat de nagels naar buiten komen. Heeft de kat witte nagels dan kun je goed zien waar het bloedvat loopt en daar moet je met knippen ongeveer 2 millimeter vandaan blijven. Bij donkere nagels knip je alleen de puntjes eraf omdat je niet kunt zien tot waar het “leven” loopt.

Als je zo ongeveer ieder kwartaal de nagels van je kat controleert weet je zeker dat jouw kat altijd met mooie nageltjes rondloopt.